Van boerenleenbank naar burenleenbank
Fantastisch plan, nul op het rekest
Stel je voor, je bent boer en je hebt een fantastisch plan: binnen zes jaar wil je het bedrijf omschakelen naar een ‘regeneratieve’ boerderij, waar je zelf kaas maakt, Nederlandse thee verbouwt, je producten in de buurt afzet en ook nog agrarisch natuurbeheer doet. Vol enthousiasme stap je naar de bank voor een lening; nieuwe plannen vragen om een investering en de stal moet ook vervangen worden. Helaas – je krijgt nul op het rekest.
Goed boeren
Eind 19e eeuw hadden boeren, aangespoord door de industriële revolutie, behoefte aan betere financiële diensten. Het ‘samen sparen-principe’ stak de kop op en lokale coöperatieve leenbanken werden opgericht. Deze banken boden boeren de mogelijkheid om geld te lenen, risico’s te spreiden, hun bedrijf en techniek verder te ontwikkelen en elkaar onderling te steunen. Dat was hard nodig, want traditionele banken waren destijds terughoudend om boeren van leningen te voorzien. Investeren was te risicovol: oogsten vielen ieder jaar anders uit en handelsafspraken veranderden regelmatig.
Na de Tweede Wereldoorlog veranderde de positie van boeren. Vruchtbare polders, schaalvergroting en intensivering brachten economische voorspoed. Agrarisch ondernemen werd een goede investering: goed boeren. Hier en daar werd bijgestuurd, met melkquota en mestrechten, maar de kern bleef overeind: specialistische bedrijven, hoge productie en in veel sectoren vooral gericht op export. Groei als pijler, aangedreven door een financiële sector die hier wel raad met wist.
“De banken, ook dé boerenleenbank van weleer, kunnen niet vanzelf mee.”
Geen oog voor omgeving
Maar groei in deze vorm lijkt in Nederland eindig, en is het oog voor de omgeving verloren. Het stikstofdossier, de boerenprotesten en strenger wordende milieuregels laten zien: de landbouw is in transitie. Boeren verkennen natuurinclusieve-, regeneratieve- en kringlooplandbouw, geef het beestje een naam. Ook verbreden boeren hun pakket aan omgevingsdiensten, zoals natuurbeheer, zorg en recreatie.
Deze toekomstgerichte boeren zoeken een manier om de verbreding en verandering van hun verdienmodel te bekostigen. Maar de banken, ook dé boerenleenbank van weleer, kunnen niet vanzelf mee. Ook nu heeft dat te maken met het lastig inschatten van het risico van deze pioniersplannen. Daarbij komt dat een simpele economie-les leert dat extensivering onderaan de streep minder omzet betekent en banken zijn niet in staat om de toegevoegde waarde daarvan – waarde voor de omgeving – in hun modellen mee te berekenen. Zo blijft, totdat de geldboom wordt ontdekt, biodiversiteit waardeloos voor deze groep financiers.
“Directe buurtbewoners, klanten uit de omgeving, kleine leveranciers, iedereen die baat heeft bij de verandering financiert mee.”
‘Samen sparen-principe’
Toch zien wij, vanuit onze ervaring in de landbouw- en financiële sector, perspectief. Het ‘samen sparen-principe’ heeft zijn waarde niet verloren. Maar het vraagt wel om een andere kijk op financiering, voor de boer, de gemeenschap en de traditionele financier; de bank. Alternatieve aanbieders, zoals CrowdAboutNow, stappen in het gat dat de boerenleenbanken achterlieten. Waar de bank het risico niet kan nemen, vinden boerenondernemers via crowdfunding de mensen die in hun plan voor verandering geloven en die de investering, ondanks de risico’s, aandurven. Dit zijn vaak mensen uit de omgeving, die ook – en niet enkel financieel – mede profiteren van de uitvoering van het plan.
Directe buurtbewoners, klanten uit de omgeving, kleine leveranciers, iedereen die baat heeft bij de verandering financiert mee. Dit levert de boer niet alleen financiering op, maar ook binding met een groep mensen die op een andere manier van waarde zijn, die hun groenten wekelijks komen kopen of mee kunnen denken over de vooruitgang. Geen boerenleenbank, maar een burenleenbank.
“De Nieuwe Boerenfamilie en CrowdAboutNow begeleiden agrarische ondernemers om het juiste pad voor hun plannen te vinden en werken hiervoor nauw samen in het Boerenversneller-programma.”
Nieuwe financieringsvormen
Is de rol van bijvoorbeeld de grootste nog bestaande boerenleenbank dan volledig uitgespeeld? Zeker niet. De nieuwe directeur Food&Agri van de Rabobank, deed onlangs in een interview op Radio 1 uit de doeken dat zijn bank bereid is meer risico te gaan nemen om transitieplannen van boeren te gaan financieren. Een stap in de goede richting. Wij roepen banken hierbij op dit voorbeeld te volgen en verder te kijken dan de bank lang is. Door nieuwe financieringsvormen te omarmen, en in te stappen als de boer met een mooi bedrag uit de gemeenschap in de hand, en hiermee een lager risico, aanklopt bij de bank voor een aanvullende lening voor zijn nieuwe stal.
“De landbouwtransitie gaat hand in hand met een financieringstransitie.”
Over dit artikel
Dit artikel werd geschreven door Mark Laagewaard (hier links) van CrowdAboutNow en Joris Lohman (hierboven), initiatiefnemer van De Nieuwe Boerenfamilie.
De Nieuwe Boerenfamilie en CrowdAboutNow begeleiden agrarische ondernemers om het juiste pad voor hun plannen te vinden en werken hiervoor nauw samen in het Boerenversneller-programma. Plannen uit de agrarische voorhoede zijn geen garantie voor succes, maar op dezelfde voet doorgaan met landbouw geeft wél met zekerheid grote problemen op het vlak van biodiversiteit en economie. De gemeenschap speelt een belangrijke rol in het aangaan van de transitie: voor de financiering, toetsing van het draagvlak en verbinding op lokaal niveau. Laten we daarom volop ruimte scheppen en samenwerken op het financieringsvraagstuk. De landbouwtransitie gaat hand in hand met een financieringstransitie.