Boter, kaas en havermelk: dit boek legt uit waarover je je nou écht druk moet maken

Na vijftien jaar reizen door het voedselsysteem en honderden keren ‘transitiecollege’ geven, wist Joris Lohman wat hem te doen stond: zijn kennis, ideeën en opvattingen in een boek gieten. Het basisboek voor iedereen in het voedselsysteem – oftewel iedereen, want eten doen we allemaal. Boter, kaas en havermelk verschijnt op 28 september bij Unieboek Het Spectrum. Wat kunnen we van Joris’ eerste boek verwachten?
Gepubliceerd op 18 sep 2024

Gefeliciteerd Joris, een boek! Hoe kwam dat zo? 

‘Ik wilde dit boek al heel lang schrijven; het heeft vijftien jaar gerijpt in mijn hoofd en het bevat eigenlijk alles wat ik weet over landbouw en voedsel. Of denk te weten, want ik weet ook dat alles altijd genuanceerder is dan het lijkt. Maarja, hoe vat je al die theorie, ervaringen en ideeën in één verhaallijn? Het hielp nogal dat ik door een uitgeverij werd gevráágd om dit boek te schrijven. Nadat ik als voedselexpert was ingebeld in een aflevering van de podcast Schaamteloos Randstedelijk, zaten er plotseling meerdere uitgevers in m’n DM. Zodra er dan een concreet aanbod ligt, gaat het schrijven ineens een stuk soepeler. Het was uitdagend, maar fantastisch om het een keer écht gestructureerd op papier te krijgen.’

 

Zijn er niet al heel veel voedselboeken in omloop?

‘Zeker, er zijn kookboeken, boeken over vlees, boeken over boeren, boeken over alle mogelijke subthema’s. Maar een soort basisboek, dat uitlegt hoe het voedselsysteem eigenlijk in elkaar zit en waarover we ons wel of geen zorgen zouden moeten maken – zo’n boek heb ik zelf lang gezocht. Ik hou van boeken die een compleet systeem blootleggen en dan vervolgens je blik laten kantelen. Maar over landbouw en voedsel zijn die er weinig. Het doel van Boter, kaas en havermelk is om een framework neer te zetten dat helpt om met elkaar in discussie te gaan. Dan moet je éérst weten: over welke ketens hebben we het eigenlijk, wat is de geschiedenis daarvan en welke kant lijkt het op te gaan?’

 

“Dit boek helpt je om je “meer gericht druk te maken”; ik reik je een paar thema’s aan waarvan ik denk dat ze er écht toe doen”

Joris Lohman geeft zijn transitiecollege in het Boerenversneller programma

De achterflap rept ook van ‘concrete handvatten’. Wat kan de lezer daarvan verwachten?

‘Ik krijg vaak de vraag: wat is goed eten, wat moet ik kiezen, kopen, koken? Mijn oorspronkelijke plan was om alleen die vraag te beantwoorden, een soort gids te schrijven voor consumenten. Maar die zijn er natuurlijk al veel – van het werk van Michael Pollan tot de richtlijnen van het Voedingscentrum. Beter eten is eigenlijk niet zo ingewikkeld, we weten ook best wat we moeten doen; de vraag is waarom doen we dat dan niet? En dan kom je toch onvermijdelijk in een groter systeemvraagstuk terecht, dat ik met mijn boek probeer te beantwoorden: hoe zit het voedselsysteem in elkaar en waarom is dat zo? Ik beantwoord de vraag ‘wat moet ik eten’ dus niet met een lijstje alarmerende verboden of een lijstje activistische voorschriften. Plat gezegd help ik je als lezer om je “meer gericht druk te maken”; ik reik je een paar thema’s aan waarvan ik denk dat ze er écht toe doen. En ik probeer uit te leggen waarom de rest vaak afleiding is, ruis.’

 

Geen activistisch boek dus? 

‘Nee, daarvoor is het denk ik te genuanceerd. Ik richt me ook expliciet tegen de sterke frames die steeds in het voedseldebat terugkeren: over bijvoorbeeld gewasbeschermingsmiddelen en de eeuwige discussie ‘wel of niet biologisch eten’. Die afleidende frames wil ik overstijgen, ik wil juist rust in de discussie brengen. En ervoor zorgen dat je niet té bang bent voor gif op je eten, bijvoorbeeld. In mijn ogen verdoen we veel tijd met effectbejag, vingerwijzen en angstzaaierij, en zouden we die tijd beter kunnen besteden aan de zaken waar we écht invloed op hebben. Simpelweg iets duurzamer eten is voor iedereen weggelegd. Dit boek geeft je de onderbouwing bij keuzes die je zelf kunt maken. Dus om je vraag te beantwoorden: nee, het is denk ik geen activistisch boek, maar wel een progressief boek. Natuurlijk wil ik met mijn boek bijdragen aan een volhoudbaar voedselsysteem waarmee de wereld voort kan.’

 

“Simpelweg iets duurzamer eten is voor iedereen weggelegd”

We verdoen onze tijd, dat lees ik ook in de slotpagina’s van je boek, waar je schrijft: ‘Ik schaam me ook een beetje dat ik een tijdje vrolijk heb meegedaan aan het debat tussen tovenaars en profeten. Waar zijn we al die tijd mee bezig geweest? Als je echt iets voor elkaar wil krijgen, ga je samenwerken.’ 

‘Ja, doordat ik zelf te lang aan de verkeerde discussies heb meegedaan, roep ik nu op om daarmee te stoppen. Tegelijkertijd hebben de afgelopen vijftien jaar me natuurlijk ontzettend veel gebracht: alles wat ik in het boek beschrijf, heb ik met eigen ogen gezien. Ik heb zoveel verhalen gehoord, zoveel mensen gesproken, zoveel gelezen. Mijn conclusie is dat er niet één conclusie is, het systeem is zo complex. Maar de transitie heeft wel degelijk een richting, en met dit boek probeer ik de lezer de weg te wijzen. Mijn adagium is: laten we in al die complexiteit tóch maar eens wat op een rijtje gaan zetten.’

 

Ja, de conclusie geeft toch stevig een richting aan.

‘Mijn grote vraag was: met welke elementen uit het voedselsysteem moeten we ons nou écht bezighouden? Als je je een tijdje in voedsel en landbouw verdiept, ga je namelijk ontzettend in problemen denken. Er zijn wel vijftig dingen te noemen die ‘fout’ gaan – gif, dierenwelzijn, stikstof – waardoor je kunt concluderen dat het voedselsysteem simpelweg stuk is. Een conclusie die je ook vaak hoort, maar die ik een beetje lui vind. Dan heb je een bak problemen geïdentificeerd, maar dan? Ik heb dus lijstjes gemaakt van de zaken die in mijn ogen het belangrijkst zijn, en van de veranderingen die we écht moeten doorvoeren. Overigens vond ik dat heel spannend. In lezingen ben ik gewend om zonder conclusie te eindigen: ik schets een bepaald plaatje en vraag vervolgens mijn toehoorders wat ze er zelf van denken. En daar kwam ik tot nu toe mee weg. Maar in dit boek wilde ik echt concreet worden, en moest ik dus met de billen bloot: waar geloof ik nou zelf het meest in?’

 

“Ik beantwoord de vraag ‘wat moet ik eten’ niet met een lijstje alarmerende verboden of een lijstje activistische voorschriften”

Wie moeten dit boek écht lezen?

‘Onze doelgroep, natuurlijk ook die van Food Hub, zit in de voedselketen, van boeren tot fabrikanten tot supermarkten. Het klinkt niet aardig wat ik nu ga zeggen, maar ik vind dat het basisniveau landbouwkennis eigenlijk niet zo hoog is. De meeste mensen weten vooral in hun eigen hokje hoe het zit. Met mijn boek probeer ik basisinformatie in de volledige breedte van het voedselsysteem te geven – we gaan het dan ook zeker gebruiken in onze opleidingen.’

 

Je zit nu vijftien jaar in dit vak en je hebt nu al je gedachten gebundeld in dit boek. Waar ben jij over nóg vijftien jaar? En is de voedseltransitie dan eindelijk een keertje… klaar?

‘Ik ga nog zeker dertig jaar in dit vak mee, dus ik denk zeker dat ik de echte omslag ga meemaken. We zitten er nu nog middenin. En natuurlijk beoordeel je altijd pas achteraf of er wel echt een transitie heeft plaatsgevonden. Maar dan helpt het wel als iedereen in de tussentijd Boter, kaas en havermelk heeft gelezen!’

Meer informatie

Boter, kaas en havermelk verschijnt op 26 september bij uitgeverij Unieboek het Spectrum. Op vrijdag 27 september vindt de boekpresentatie plaats in Pakhuis de Zwijger, Amsterdam. Er zijn nog een aantal plaatsen beschikbaar.